Oververhitting bij de hond

Hopelijk lopen de temperaturen deze zomer weer lekker op. Voor de honden betekent dit vaak veel buiten zijn en vaker de kans krijgen om eens lekker in een sloot, vaart of plas te duiken. Maar de warmte houdt voor honden ook risico's in. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de honden die in de brandende zon in een auto achtergelaten worden.
 

Waar mensen gaan zweten om warmte kwijt te raken gaan honden hijgen. Door het hijgen treedt er meer verdamping op via de bek waardoor het dier afkoelt. Onder de meeste omstandigheden functioneert dit systeem voldoende om de temperatuur niet te hoog op te laten lopen. Maar onder extreme omstandigheden zal dit systeem kunnen falen. Ondanks het hijgen loopt de lichaamstemperatuur dan toch op. Het dier zal dan nog sneller gaan hijgen, maar dit kan niet tot veel extra verdamping en dus afkoeling leiden. Daarnaast produceren de ademhalingsspieren extra warmte door dit extreme hijgen, zodat de temperatuur alleen maar extra stijgt. Op deze wijze kunnen honden in een vicieuze belanden waarbij de lichaamstemperatuur tot boven de 41 graden kan oplopen. Met name honden met platte snuiten (bijv. de Engels Bulldog en de Boxer) lopen extra risico, omdat deze dieren een hogere weerstand van de luchtwegen hebben.


WANNEER IS ER SPRAKE VAN OVERVERHITTING?
De normale lichaamstemperatuur van een hond is ongeveer 38.5C. Maar bij een dier met oververhitting is de temperatuur hoger dan 40C. Soms kan deze temperatuur zelfs boven de 41C uitkomen. De eerste symptomen bij oververhitting door warmte zijn vaak misselijkheid, braken, spierkrampen, extreem hijgen en spierzwakte. Daarnaast is de tong vaak extreem rood. Als het dier nog zwaarder in de problemen komt, zal de hond afwezig reageren en zelfs in een coma kunnen geraken. Vaak krijgt de tong dan een grijs-grauwe kleur.

SNEL EN ADEQUAAT HANDELEN!
Als een dier oververhit is, is het zaak om snel op te treden.
• Breng het dier naar een dichtbij gelegen koele schaduwrijke plek.
• In geval van milde verschijn-selen( temperatuur tussen 40-41 C) kan de hond het beste gekoeld worden met doeken die voortdurend nat gehouden worden met koel (niet ijskoud) water. Let op dat het water ook echt op de huid komt en niet langs de vacht wegloopt. Verder kan indien mogelijk gebruik gemaakt worden van een ventilator om het afkoelend effect te versterken.
• In ernstige gevallen waarbij de lichaamstemperatuur oploopt tot boven de 41C moet de hond met koud water gespoeld worden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de hond met een tuinslang nat te spuiten. Zodra de temperatuur beneden de 41C gedaald is, kan weer gekozen worden voor een behandeling met natte doeken.
• Stop elke vorm van afkoeling als de temperatuur weer gedaald is tot 39.5 O Het doorschieten van de afkoeling kan erg schadelijk zijn.
• Neem altijd contact op met een dierenarts. Zwaar benauwde dieren moeten, om verstikking te voorkomen, zelfs rechtstreeks naar een dierenarts gebracht worden. Het dier wordt daarbij in natte handdoeken gewikkeld vervoerd.

• In geval van een milde oververhitting moet het dier de eerste 2-3 dagen rust houden.
 

PREVENTIE
Laat een hond nooit achter in een auto die in de brandende zon staat. Ook niet als een raam op een kier gezet wordt. In de zon kan de temperatuur in een auto al gauw oplopen tot 50C. Menig hond is op deze wijze komen te overlijden.
Maar ook flinke activiteit van een hond bij hogere temperaturen kan al gauw tot warmte-stapeling leiden. Het naast de fiets laten lopen van de hond bij 30C is dan ook sterk af te raden. Vanzelfsprekend is het onverstandig om een honden met een dikke vacht mee te nemen op een strandvakantie naar de Costa's. Wees een dierenvriend en laat hem/haar alstublieft thu\s. Wees met name voorzichtig als u een hond heeft met een platte snuit. Door de andere anatomie van de luchtwegen zijn deze dieren in sterke mate gevoeliger voor oververhitting. Door op een logische wijze met de warme omstandigheden om te gaan en goed rekening te houden met de mogelijkheden en beperkingen van de afkoelingsmechanismen van de hond kunnen grote problemen voorkomen worden.
 

Bron: Gauke Kuiken, Dierenarts te Loppersum (09-07-2006)